Sinds 2022 werk ik aan de UvA als docent architectuurgeschiedenis. Ik geef verschillende colleges en vakken in de Bachelor Kunstgeschiedenis, van eerstejaarscolleges bij het vak Inleiding in de Kunstgeschiedenis tot Dit is Amsterdam, een keuzevak, en ook in de Master Stads- en Architectuurgeschiedenis. Centraal hierin staat het leren kijken en analyseren van architectuur en het plaatsen van gebouwen in hun sociale, politieke en culturele context. Het allerleukste vind ik het om studenten mee te nemen de stad in, bijvoorbeeld naar de Amsterdamse School woningbouw in de Spaarndammerbuurt, zoals we doen in het eerste jaar van de opleiding.
Wat me altijd heeft gefascineerd aan architectuurgeschiedenis – vanaf het moment dat ik zelf begon met studeren – is de manier waarop gebouwen een afspiegeling zijn van de samenleving. Het kijken en het analyseren van de gebouwde omgeving leert ons veel over hoe mensen wonen, werken en leven. Daarbij heeft architectuur en de manier waarop gebouwen in elkaar zitten ook directe invloed op de mensen die er gebruik van maken of erin wonen. Dit aspect van architectuur, die kracht om iets te kunnen veranderen door vormgeving, vind ik enorm interessant.
Deels om beter te begrijpen hoe architecten denken en werken, heb ik mijn proefschrift aan een architectuuropleiding geschreven. Ik ben hiervoor naar Amerika gegaan, naar het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in Boston. Ik heb hier een aantal jaar met veel plezier gewoond, onderzoek gedaan en lesgegeven. Daarna ben ik, ook weer voor mijn onderzoek, naar Londen verhuisd. Nadat ik mijn promotie heb afgerond, werkte ik aan het New College of the Humanities in Londen. Ontzettend leuk was het om studenten mee op excursie te nemen, naar de Barbican of de enorme architectuurtekeningen collectie in het Victoria and Albert Museum.
Theorie met historische dimensie
Mijn eigen onderzoek, en dit probeer ik ook in het onderwijs te laten terugkomen, gaat vooral over koloniale architectuur. Voor mijn promotieonderzoek, dat ging over moderne woningbouw in verschillende Britse koloniën in Afrika, heb ik onderzoek gedaan in onder andere Ghana, Oeganda en Zuid-Afrika. Ook heb ik meerdere jaren archiefonderzoek gedaan in verschillende archieven in Engeland, zoals het archief van het Colonial Office, maar ook privé archieven van bepaalde architecten die in de koloniën werkzaam waren. Een meer recent onderzoeksproject, waarvoor ik twee jaar aan de universiteit van Liverpool verbonden was, ging over de fabrieken, havens, plantages, kantoren en warenhuizen gebouwd door de United Africa Company door heel West-Afrika in de twintigste-eeuw. Dit bedrijf domineerde decennialang de koloniale handel in waren en grondstoffen in West-Afrika en was een voorloper van Unilever. Dit boek, dat is samen heb geschreven met verschillende Engelse collega’s, komt in 2024 uit, met als titel Architecture, Empire, Trade: The United Africa Company.
Een nieuw project, dat volgend jaar zal beginnen, gaat over moderne architectuur en de productie en het gebruik van moderne bouwmaterialen, zoals beton, in Indonesië voor en na onafhankelijkheid.